fredien.reismee.nl

Het Cisterciënzer klooster van Wachock

In een drukwerk, dat wij van de camping gekregen hadden, stond een verhaal over het klooster van Wachock met als omschrijving “bewitching beauty”. Wij concluderen dan een leuke trip om te bezoeken. Wachock was de vroegere hoofdstad van Polen, maar het is niet meer dan een groot dorp.


Het Cisterciënzer klooster is gesticht in 1179 door broeder Simon of Casamari. De ligging van het Gothische klooster in de vallei van de Swietokryzskie bergen is een geologisch gunstige plaats. Er is water in de rivier aanwezig en de heuvels voorzagen in het hout. Het zandsteen werd uit de rotsen gehakt.


De Cisterciënzer orde is een zeer gematigde orde, die hun tijd verdelen tussen bidden, arbeid en rust. Ze willen niet afhankelijk zijn van donaties, dus werken ze voor hun levensonderhoud. Het ijzer en lood voor het dak werd gedolven, bier gebrouwen en er was een farmacie. Op de heuvels stonden druiven voor de wijn.


Het klooster is geterroriseerd door Tartanen; die iedereen vermoorden en de boel in brand staken, de Russen; die ook dood en verderf stichten, maar desondanks werd het steeds weer opgebouwd. De Duitsers hebben het als onderkomen ook misbruikt.


De Cisterciënzer gemeenschap is invloedrijk binnen Wachok. Het biedt scholing aan de bevolking en ledigt de geestelijke nood. Door de verschillende renovaties zijn er diverse bouwstijlen, het oorspronkelijke klooster met een Gotisch interieur, de Kerk met Romaanse en Barokke trekken.


Als we het klooster binnen treden, hangt er een muffe lucht. Na enig wachten worden we ontvangen door Dik Trom in een versleten broek. Een echte monnik. Hij spreekt gebrekkig Engels en geeft ons de rondleiding. Eerst gaan we de kerk in. Er wordt twee keer per dag een mis opgedragen voor de kloosterlingen en lokale bevolking. Boven het hoofdaltaar is een rond raam waar het licht uit het oosten ‘s ochtends doorheen schijnt. De hele kerk is de afgelopen 20 jaar gerenoveerd en overnieuw gedecoreerd. Het ziet er prachtig uit, rustiger van tint dan de kerken in Krakau. Er worden regelmatig concerten gegeven waarbij de goede akoestiek een voordeel is. In een van de zijaltaars staan opmerkelijk groenen hoogbarroken zijbanken.


We lopen door naar de eetzaal. Donker. Vooraan dwars de plaatsen voor de belangrijkste personen uit het klooster, zoals de abt. Langs de zijkanten de zware houten tafels en stoelen van de gewone kloosterlingen en novicen. Twee mooie glas in lood ramen erboven.


Onderaan de boogconstructie van het dak is een afbeelding uitgehakt van Simon, een van de architecten van het klooster. Er zijn hier zowel Franse als Italiaanse invloeden aanwezig. Opmerkelijk is dat hier centrale verwarming ligt in vroeger tijd werd en dmv een luchtkanaal verwarmd. Aansluitend de keuken. Het ruikt er nog naar het middageten. In een hogere gelegen nis staat een tafel en stoel. Hier wordt het gebed voor de maaltijd gelezen.


Een volgende ruimte is een vergaderruimte, dat er uit ziet als een werfkelder. De bogen zorgen voor een intieme sfeer. Zeer rustgevend. Mooi zijn de Gotische bogen en het feit dat de pilaren van een rood gesteente zijn. De muren zijn glad gemaakt door hakwerk van de broeders.


We lopen via de kloostergang langs de tuin, die niet veel voorstelt. Ook werpen we nog een blik in de gevangenis waar stro op de grond als bed dient en een kan water.


Daarna drinken we een kop koffie in een aanliggende ruimte, waar twee bejaarde dames deegballen aan het maken zijn. Die zullen weer dienen voor de avondmaaltijd. Het is een gekakel en zo voldoet dit klooster ook aan een sociaal element. Uit de verschijning van een jonge novice blijkt dat het kloosterleven hier nog steeds bloeit. Ook kan men logeren in dit klooster. Diverse pausen en collega monniken zijn er op vakantie geweest.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!